Hoe start ik mijn elektrische Graco Reactor op?

Het systeem correct opstarten is cruciaal voor de veilige en doeltreffende werking van uw elektrische Graco Reactor. Deze stapsgewijze handleiding bevat de informatie die u nodig hebt om de machine op te starten.

Deze stapsgewijze handleiding helpt u bij het instellen van uw machine. Dit document vervangt de handleiding niet. Raadpleeg de handleiding voor de volledige veiligheidsinstructies.

WAARSCHUWING: vermijd ernstig letsel en laat de Reactor niet draaien zonder dat alle deksels en beschermkappen zijn aangebracht.

LET OP: correcte procedures voor het instellen, opstarten en uitschakelen van het systeem zijn essentieel voor de betrouwbaarheid van de elektrische apparatuur. De volgende procedures zorgen voor een stabiele spanning. Wanneer deze procedures niet worden gevolgd, ontstaan er spanningsschommelingen die de elektrische apparatuur kunnen beschadigen en die ervoor kunnen zorgen dat de garantie komt te vervallen.

1. Controleer de vloeistofinlaatzeven. Controleer elke dag voordat u het apparaat start of de inlaatfilters voor de vloeistof schoon zijn (zie Inlaatzeef spoelen, pagina 63 van de handleiding).
2. Controleer het ISO-smeermiddelreservoir. Controleer dagelijks het niveau en de toestand van het ISO-smeermiddel (zie Pompsmeersysteem, pagina 64 van de handleiding).
3. Gebruik peilstokken voor vat A en B om het niveau van het materiaal in elk vat te meten. Waar nodig kan het niveau worden ingevoerd en bijgehouden in de ADM (Zie Geavanceerde instelschermen, pagina 34 van de handleiding).
4. Controleer het brandstofniveau van de generator. 
   1. OPMERKING Bij gebrek aan brandstof zullen er spanningsschommelingen plaatsvinden die de elektrische apparatuur kunnen beschadigen en de garantie nietig zullen verklaren. Zorg dat u niet zonder brandstof komt te zitten.
5. Controleer of de hoofdschakelaar uitgeschakeld is voordat u de generator start.
6. Controleer of de hoofdschakelaar op de generator uit staat.
7. Start de generator. Laat de generator zijn volle bedrijfstemperatuur bereiken.
8. Schakel de hoofdschakelaar in. 
   1. De ADM toont het Graco-scherm totdat de communicatie en initialisatie voltooid zijn.
9. Schakel de luchtcompressor, de luchtdroger en de ademlucht in, indien inbegrepen.
10. Als u een nieuw systeem voor het eerst opstart, dient u vloeistof te vullen met de voedingspompen.
    1. Controleer of alle installatiestappen zijn voltooid (Zie Instelling, pagina 27 van de handleiding).
    2. Als er een roerwerk wordt gebruikt: open het luchtinlaatventiel van het roerwerk.
    3. Als u vloeistof door het systeem moet laten circuleren om de vatinhoud voor te verwarmen, raadpleegt u Circulatie door Reactor (pagina 46 van de handleiding). Als u materiaal via de verwarmde slang naar het pistoolverdeelstuk moet laten circuleren: zie Circulatie via pistoolverdeelstuk (pagina 47 van de handleiding).
    4. Stel beide ventielen voor DRUKONTLASTING/SPUITEN (SA, SB) in op SPUITEN.
    5. Open de vloeistofinlaatventielen (FV). Controleer op lekken.
       1. WAARSCHUWING: Verontreiniging kan leiden tot uitgehard materiaal in vloeistofleidingen, met als gevolg ernstig letsel of schade aan apparatuur. Om verontreiniging te voorkomen:
          1. Verwissel nooit de bevochtigde onderdelen voor component A en B.
          2. Gebruik nooit oplosmiddel voor de ene kant als het verontreinigd is vanuit de andere kant.
          3. Houd altijd twee geaarde afvalbakken bij de hand om de vloeistoffen van component A en component B gescheiden te houden.
    6. Houd het vloeistofverdeelstuk van het pistool boven twee geaarde afvalbakken. Open vloeistofkleppen A en B totdat er schone vloeistof zonder luchtbellen uit de kleppen komt. Sluit de ventielen.
11. Druk op de aan-uitknop om ADM te activeren.
12. Zet de ADM waar nodig in de instelmodus (zie Bediening van de Geavanceerde weergavemodule (ADM), pagina 31 van de handleiding).
13. Verwarm het systeem voor:
    1. Druk op de verwarming om de slangverwarmingszone in te schakelen. 
    2. OPMERKING: Er moet een ijkingsfactor worden opgeslagen om het systeem zonder vloeistoftemperatuur in de weerstandsmodus van de slang te gebruiken (zie IJkingsprocedure, pagina 54 van de handleiding). 54). 
    3. WAARSCHUWING: Deze apparatuur wordt gebruikt met verwarmde vloeistof, die kan zorgen dat de oppervlakken van de apparatuur heel warm worden. Om ernstige brandwonden te vermijden: 
       1. Raak de warme vloeistof en de apparatuur niet aan. 
       2. Zet de slangverwarming niet aan zonder vloeistof in de slangen.
       3. Laat de apparatuur volledig afkoelen voor u hem aanraakt.
       4. Draag handschoenen als de temperatuur van de vloeistof boven 110°F (43°C) komt.
       5. WAARSCHUWING: warmte-uitzetting kan overdruk veroorzaken, waardoor de apparatuur kan scheuren en er ernstig letsel kan ontstaan, onder meer door vloeistofinjectie. Zet het systeem niet onder druk tijdens het voorverwarmen van de slang. 
    4. Als u vloeistof door het systeem moet laten circuleren om de vatinhoud voor te verwarmen, raadpleegt u Circulatie door Reactor (pagina 46 van de handleiding). Als u materiaal via de verwarmde slang naar het pistoolverdeelstuk moet laten circuleren: zie Circulatie via pistoolverdeelstuk (pagina 47 van de handleiding).
    5. Wacht totdat de slang de ingestelde temperatuur heeft bereikt.
    6. OPMERKING: De verwarmingstijd van de slang kan toenemen bij een spanning met een waarde lager dan 230 V AC wanneer de maximale slanglengte wordt gebruikt.
    7. Druk op de knop voor de verwarming om verwarmingszones A en B in te schakelen.

Raadpleeg de handleiding voor verdere instructies: