Hoe installeer ik mijn elektrische Graco Reactor?

Ongeacht het polyurethaanschuim of de polyureacoatings die u gaat spuiten, u moet eerst uw elektrische Graco Reactor installeren. Deze stapsgewijze handleiding bevat de informatie die u nodig hebt om uw nieuwe machine in te stellen en veilig te bedienen.

Opmerking: deze stapsgewijze handleiding begeleidt u bij het instellen van uw machine. Dit document vervangt de handleiding niet. Raadpleeg de handleiding voor de volledige veiligheidsinstructies.

Installatie

Het doseerapparaat in elkaar zetten

Reactor 2-doseerapparaten worden in een verzendconfiguratie afgeleverd. Zet het doseerapparaat rechtop in elkaar zetten voordat u het systeem monteert.

1. Verwijder de bouten en moeren.
2. Draai de elektrische behuizing rechtop. 
3. Plaats de bout terug met de moer. Draai de bout en de moer aan.
4. Plaats de kabelbomen tegen het frame. Plaats de kabelbomen tegen het frame en bevestig ze met een losse kabelbinder aan beide zijden van het frame.

Het systeem monteren

Voorkom ernstig letsel door kantelen van het systeem door ervoor te zorgen dat de Reactor goed aan de wand is bevestigd.

OPMERKING: Reactor 2-doseerapparaten worden in een verzendconfiguratie afgeleverd. Zet het doseerapparaat rechtop in elkaar voordat u het systeem monteert.

1. Gebruik de meegeleverde bouten om de meegeleverde L-beugels op het systeemframe te installeren, in de bovenste vierkante openingen. Installeer de consoles aan de linker- en rechterzijde van het systeemframe.
2. Maak de L-consoles vast aan de wand. Als de L-consoles niet op één lijn zijn met de ruimte tussen de wandlatten, dient u een stuk hout aan de latten te bevestigen en de L-consoles vervolgens aan het hout te bevestigen.
3. Gebruik de vier openingen in de voet van het systeemframe om de voet aan de vloer te bevestigen. Bouten niet meegeleverd.

Opstellen

Aarding

WAARSCHUWING: De apparatuur moet worden geaard om het risico op statische vonken en elektrische schokken te beperken. Elektrische of statische vonken kunnen tot gevolg hebben dat dampen ontbranden of ontploffen. Een onjuiste aarding kan elektrische schokken veroorzaken. Aarding biedt de elektrische stroom een ontsnappingsdraad.

• Reactor: het systeem is geaard via de stroomkabel.
• Spuitpistool: sluit de aarddraad van de hulpslang aan op de VTS. Zie Vloeistoftemperatuursensor monteren, pagina 29 in de handleiding. Koppel de aardingsdraad niet af en spuit niet zonder de hulpslang.
• Vloeistoftoevoerreservoirs: volg de ter plekke geldende voorschriften op.
• Het te spuiten voorwerp: volg de ter plekke geldende voorschriften op.
• Emmers met oplosmiddel gebruikt bij het spoelen: volgens de ter plekke geldende voorschriften. Gebruik alleen metalen emmers, die geleidend zijn, en zet die op een geaard oppervlak. Plaats de bak niet op een niet-geleidende ondergrond, zoals papier of karton, aangezien de continuïteit van de aarding dan wordt onderbroken
• Voor een goede continuïteit van de aarding bij het doorspoelen of wanneer de druk wordt ontlast, moet u een metalen gedeelte van het spuitpistool stevig tegen de zijkant van een geaarde metalen emmer houden en dan pas de trekker van het pistool indrukken.

Algemene richtlijnen betreffende de apparatuur

OPMERKING: wanneer de afmetingen van de apparatuur niet juist zijn, kan er schade ontstaan. Vermijd schade aan de apparatuur door de onderstaande richtlijnen te volgen.

• Bepaal de juiste afmetingen voor de generator. Wanneer u een generator met de juiste grootte en een geschikte luchtcompressor gebruikt, dan kan het doseerapparaat met een vrijwel constante toerental werken. Wanneer dat niet het geval is, gaat de spanning schommelen waardoor de elektrische apparatuur beschadigd kan raken. Zorg dat de generator geschikt is voor de spanning en fase van het doseerapparaat. 

Volg de onderstaande procedure om het juiste formaat voor de generator te bepalen.

1. Lijst met vereisten voor piekwattage van alle systeemcomponenten.
2. Voeg het wattage toe dat vereist is door de systeemonderdelen.
3. Voer de volgende berekening uit: Totale wattage x 1,25 = kVA (kilovolt-ampères)
4. Selecteer een generator met afmetingen die gelijk of groter zijn dan de berekende kVA.

• Gebruik de elektrische classificatie in het deel over de verschillende modellen (zie Modellen, pagina 9 in de handleiding) om een voedingskabel met de juiste afmetingen te bepalen.

OPMERKING: wanneer u dat niet doet, ontstaan er spanningsschommelingen waardoor de elektrische apparatuur kan beschadigen en de voedingskabel oververhit kan raken.

• Gebruik een luchtcompressor met continu werkende ontladingsinrichtingen. Direct gekoppelde luchtcompressoren die starten en stoppen tijdens een taak zullen spanningsschommelingen veroorzaken die de elektrische uitrusting kunnen beschadigen.
• Onderhoud en inspecteer de generator, luchtcompressor en andere apparatuur volgens de aanbevelingen van de fabrikant om het onverwacht uitvallen te vermijden. Wanneer de apparatuur onverwacht uitvalt, gaat de spanning schommelen, waardoor de elektrische apparatuur beschadigd kan raken.
• Gebruik een wandstroombron met voldoende stroom om aan de systeemvereisten te voldoen. Wanneer dat niet het geval is, gaat de spanning schommelen waardoor de elektrische uitrusting beschadigd kan raken.

Voeding aansluiten

WAARSCHUWING: alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet voldoen aan alle ter plekkende geldende verordeningen en regelgeving.

1. Zet de hoofdschakelaar UIT. 
2. Open de deur van de elektrische behuizing.
3. OPMERKING: terminal jumpers bevinden zich in de deur van de elektrische behuizing.
4. Installeer de meegeleverde terminal jumpers op de plaatsen getoond in de afbeelding voor de gebruikte krachtbron.
5. Leid de stroomkabel door de trekontlasting in de elektrische behuizing.
6. Sluit de ingaande stroomdraden aan zoals getoond in de afbeelding. Trek voorzichtig aan alle aansluitingen om te controleren of ze goed vastzitten.
7. Controleer of alle onderdelen goed zijn aangesloten, zoals getoond in de afbeelding, en sluit vervolgens de deur van de elektrische behuizing.

Halsdichtingsvloeistof (TSL) toevoegen aan oliereservoirs

WAARSCHUWING: de pompstang en de verbindingsstang bewegen als de pomp draait. Bewegende onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken zoals afknijpen of zelfs verlies van lichaamdelen. Houd handen en vingers uit de buurt van het oliereservoir als de motor draait.

Zet de hoofdschakelaar op UIT om te voorkomen dat de pomp beweegt.

• Pomp voor component A (ISO): Houd het reservoir gevuld met Graco Throat Seal Liquid (TSL), onderdeel 206995. De zuiger van het oliereservoir leidt de TSL door het reservoir om de isocyanaatlaag van de verdringerstang te verwijderen.
• Pomp voor component B (hars): Controleer dagelijks de vilten sluitringen in de pakkingmoer/het oliereservoir. Houd verzadigd met Graco-halsdichtingsvloeistof (TSL), onderdeelnr. 206995, om te voorkomen dat het materiaal hard wordt op de verdringerstang. Vervang de vilten sluitringen wanneer ze versleten zijn of verontreinigd met gehard materiaal.

Vloeistoftemperatuursensor installeren

De vloeistoftemperatuursensor (FTS) wordt meegeleverd. Installeer de VTS tussen de hoofdslang en de hulpslang (zie de handleiding van uw verwarmde slang).

 

Verwarmde slang op doseerapparaat aansluiten

OPMERKING: vermijd schade aan de slang door Reactor 2-doseerapparaten alleen op originele verwarmde slangen van Graco aan te sluiten.

Raadpleeg de handleiding van de verwarmde slang voor uitgebreide instructies voor aansluiting. 

1. Schakel de hoofdschakelaar uit. 
2. Bij doseerapparaten met een aansluitdoos:
   1. Sluit de elektrische voedingsdraden aan op het aansluitblok op de aansluitdoos. Haal het deksel van de doos en draai de onderste trekontlasting los. Leid de draden door de trekontlasting van de doos en steek ze helemaal in het aansluitblok. De positie van de slangdraden A en B maakt niet uit. Draai aan tot 4,0-5,6 N•m (35-50 in-lb).
   2. Draai de schroeven van de trekontlasting goed vast en plaats het deksel weer.
3. Voor doseerapparaten met elektrische verbinders:
   1. Sluit de voedingsdraden van de slang aan op de elektrische verbinders vanaf het doseerapparaat. Omwikkel de verbindingen met isolatietape.
4. Sluit de VTS-kabelconnectors aan. Draai de RTD-connectors helemaal vast, waar aanwezig.

Raadpleeg de handleiding voor verdere instructies: